Geen verband gevonden tussen ontslag bij waterschap en melding over misstand
Een medewerker bij een waterschap die bij zijn werkgever als klokkenluider een vermoeden van een misstand meldde, is niet aantoonbaar als gevolg daarvan ontslagen. Het Huis voor Klokkenluiders heeft in een onderzoek geen feiten gevonden die aantonen of aannemelijk maken dat het melden van (het vermoeden van) een misstand de oorzaak is van het negatieve oordeel over het functioneren van de medewerker en uiteindelijk zijn ontslag.
Dat is kort samengevat de conclusie van het Huis voor Klokkenluiders in deze zaak. Het Huis onderzocht de kwestie op verzoek van de medewerker.
- De medewerker stelde in 2010 aan de orde dat het waterschap zichzelf stelselmatig achteraf vergunningen zou verlenen, dus na afloop van de activiteiten waarvoor de vergunningen nodig waren. Volgens de medewerker was dat in strijd met de regels.
- De medewerker meldde dit meerdere keren en op verschillende niveaus intern bij zijn werkgever.
- Het waterschap vond niet dat er sprake was van een misstand en deelde de interpretatie van de medewerker niet.
- Eind 2010 vonden er gesprekken plaats over het functioneren van de medewerker. Na een traject van coaching, mediation, afspraken over opleidingen en re-integratie na ziekte, leidde dit uiteindelijk (in 2013) tot het ontslag van de medewerker.
Het Huis voor Klokkenluiders heeft geen oordeel over de manier waarop het waterschap vergunningen aan zichzelf verleende, al dan niet achteraf. Dat heeft het Huis ook niet onderzocht. Wel oordeelt het Huis dat áls die manier van werken tegen de regels zou zijn, er sprake zou zijn van een maatschappelijke misstand.
Anoniem
Het Huis voor Klokkenluiders noemt geen namen van werknemer en werkgever. Zelfs niet als anderen (betrokkenen of media) wel namen noemen of dat eerder al deden. De bedoeling daarvan is dat werknemers, werkgevers en getuigen zich altijd helemaal vrij voelen om vertrouwelijk alles te vertellen in een onderzoek door het Huis voor Klokkenluiders.