Toezicht en sanctiebevoegdheid verwacht vanaf eind 2026

“Dat het Huis voor Klokkenluiders die taken krijgt, is een politiek gegeven. We bespreken nu hoe we het gaan inrichten”, zei minister Uitermark tijdens het commissiedebat klokkenluiders, dinsdagavond 3 december. Met die taken verwees zij naar de toezichts- en sanctietaken, die het Huis in 2022 bij amendement kreeg, maar tot op heden nog niet zijn uitgewerkt. De minister bereidt een wetsvoorstel voor en verwacht dat het Huis eind 2026, begin 2027 met de nieuwe taken kan starten. In het voorjaar stelt de minister per brief de Tweede Kamerleden op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot alle onderwerpen die tijdens het debat de revue passeerden. 

Rapport Pro Facto

In navolging op het amendement – dat in grote meerderheid door de Kamer werd aangenomen – volgde een juridische toets door Pro Facto. Pro Facto concludeerde begin dit jaar dat van de drie onderdelen waarop het Huis werkgevers zou mogen sanctioneren er één juridisch niet haalbaar was: werkgevers sanctioneren die aanbevelingen van de afdeling Onderzoek niet opvolgen. Simpelweg omdat aanbevelingen geen verplichtingen zijn. Het Huis begrijpt deze onderbouwing. 

De overige twee onderdelen zijn juridisch wel haalbaar. Daarnaast stelt het Huis voor de bepaling uit de EU-richtlijn die het schenden van de vertrouwelijkheid van de identiteit van een melder verbiedt aan toezicht door het Huis te onderwerpen. Deze bepaling is als zodanig al in de Wet bescherming klokkenluiders opgenomen. Zo zou het Huis de bevoegdheid krijgen om werkgevers te sanctioneren, wanneer zij: 

1. geen verplicht intern meldkanaal in hun organisaties hebben bij meer dan 50 werknemers; 
2. melders benadelen vanwege hun melding; 
3. de identiteit van de melder niet beschermen

SP-Kamerlid Van Nispen vroeg de minister om de eerste twee punten (die juridisch haalbaar zijn) alvast via een Algemene Maatregel van Bestuur wilde invoeren. De minister neemt dit in overweging, want “Ik vind het ook belangrijk om een huis met tanden te hebben.”

Centrale rol in stelsel

GroenLink/PvdA-Kamerlid Chakor wil dat het Huis moet kunnen optreden met gezag. “Deze rol kan het Huis goed vervullen binnen het stelsel van externe meldkanalen (door de wet aangewezen bevoegde autoriteiten). Kan deze rol wettelijk verankerd worden, zodat klokkenluiders via een uniforme manier kunnen melden en het Huis namens alle partijen kan rapporteren?” Van Nispen: ”En om te voorkomen dat twee autoriteiten aan dezelfde zaak werken.” De minister verwijst naar het samenwerkingsprotocol dat de autoriteiten afgelopen jaar hebben ondertekend en juicht dit initiatief toe. Ze aarzelt echter nog om die rol voor het Huis wettelijk vast te leggen omdat zij vreest dat dat een hiërarchie zou scheppen en wil de autoriteiten zelf vragen om verdere invulling aan hun samenwerking te geven.  

Brief in voorjaar

In het voorjaar komt minister Uitermark met een brief waarop ze toelichting geeft op bovenstaande punten, plus de andere besproken zaken, zoals anoniem melden, de juridische en psychosociale bijstand aan misstand-melders, de geheimhouders(telefoon)lijn en een cultuuromslag op de werkvloer binnen organisaties. Voor die tijd gaat de minister op verzoek van de Kamer verder in gesprek met het Huis voor Klokkenluiders.